Nieuws
Frontotemporale dementie uit zich op veel verschillende manieren
In Nederland hebben zo'n 280.000 mensen dementie; een paar duizend van hen lijden aan frontotemporale dementie (FTD). Frontotemporale dementie komt vaak voor op jongere leeftijd. Veranderingen in het gedrag vallen meestal als eerste op. Ook taal en spraak kunnen aangetast zijn.
Deze vorm van dementie ontstaat doordat hersencellen in de frontaalkwab (gedragsgebied) en de temporaalkwab (taalgebied) afsterven. Een van de meest opvallende kenmerken van frontotemporale dementie is dat deze ziekte al op relatief jonge leeftijd voorkomt. Het grootste deel van de mensen die de ziekte krijgt, is tussen de 40 en 60 jaar. Op jonge leeftijd is het - op de ziekte van Alzheimer na - de meest voorkomende vorm van dementie.
Drie varianten van FTD
Wat de eerste kenmerken van FTD zijn, is afhankelijk van waar de hersenen beschadigd zijn. Er zijn drie verschillende varianten van FTD, de gedrags-, taal- en bewegingsvariant. Je herkent deze varianten als eerste aan gedragsveranderingen, veranderingen in spraak of problemen met bewegen. Geheugenproblemen volgen vaak pas in een later stadium.
Gedragsvariant van FTD
Mensen met deze vorm van frontotemporale dementie vertonen opmerkelijke veranderingen in hun gedrag, persoonlijkheid, emoties en het beoordelen van situaties. Iemand met deze variant van FTD kan ongepaste of risicovolle dingen doen, zoals iets stelen in een winkel. Ook dwangmatig gedrag komt voor. Bepaalde activiteiten moeten dan bijvoorbeeld altijd in een vaste volgorde en op een vast tijdstip gebeuren. Gaat het anders, dan raakt de persoon geïrriteerd. Mensen met deze vorm van frontotemporale dementie kunnen ook erg ongevoelig overkomen. Of ze zitten juist de hele dag apathisch op de bank en krijgen niks gedaan.
Taalvariant van FTD
Mensen met deze vorm van frontotemporale dementie hebben problemen in de taalvaardigheid, zoals moeite met spreken, begrijpen, lezen en schrijven. Dit heet primair progressieve afasie of semantische dementie. Het begint met problemen met woordbegrip. Iemand met semantische dementie weet steeds minder goed wat bepaalde woorden en dingen betekenen. Na verloop van tijd wordt het taalbegrip steeds minder en kan iemand ook steeds moeilijker betekenis geven aan voorwerpen en situaties.
Bewegingsvariant van FTD
Deze vorm wordt gekenmerkt door veranderingen in iemands motoriek en moeilijkheden met bewegen, zoals trillen, moeite met lopen, vaak vallen en problemen met de coördinatie. Mensen krijgen last van stijfheid en een trillende arm. Vaak komen deze motorische klachten aan één kant van het lichaam voor. Sommige mensen ervaren een zogenaamde ‘alien hand’: hierbij is het net alsof de arm uit zichzelf beweegt en dingen vastpakt. Deze variant heet ook wel corticobasaal syndroom.
Deel dit artikel
Interessant artikel voor iemand die u kent? Deel dit dan via e-mail of social media
Contact
Heeft u een vraag of wilt u een intake gesprek aanvragen?
Direct contact?
Bel 071 - 362 01 01
Maandag t/m vrijdag
8.00 – 17.00 uur
Blijf op de hoogte
Meld u aan voor onze nieuwsbrief en ontvang de nieuwste ontwikkelingen rondom het vakgebied functionele neurologie en ons Instituut rechtstreeks in uw mailbox.